Ik besef terdege, dat onderstaande artikelen, saaie
leesstof kan zijn.
Het is informatie voor zowel de client, als de
Piercing en / of Tatoeage-artiest.
Toch na het lezen, weten bovengenoemde partijen precies
waar ze staan.
Dat is de reden, waarom ik er toch maar toe overgegaan
ben om de wetgeving te publiceren.
Ik zet er wel een muziekje bij om het toch nog een
beetje op te vrolijken.
Ken je Vittorio Grigolo?
Nee?
Nou, wellicht wel: Il Divo.
Nou Vittorio staat kwalitatief / zangtechnisch net een treedje hoger.
Zet de muziek maar niet te hard, maar zo lekker op de achtergrond.
Vittorio Grigolo / Tu sei
De Telegraaf van woensdag
19 april 2006 meldt:
Toch leeftijdgrenzen voor piercings
DEN HAAG - Minister
Hoogervorst (Volksgezondheid) is toch bereid wettelijke leeftijdgrenzen voor piercings en tatoeages in te stellen. Dat zei
hij woensdag tijdens een debat met de Tweede Kamer in reactie op een voorstel van de VVD. Eerder zag hij daar geen brood in.
Kamerlid Van Miltenburg (VVD) wil het aanbrengen
van piercings of tatoeages bij kinderen onder de zestien wettelijk strafbaar maken, tenzij het kind ouder is dan twaalf en
is vergezeld van een ouder of voogd. Hoogervorst is bereid de kwestie met zijn collega Donner van Justitie te bespreken, maar
wil een uitzondering maken voor gaatjes in oorlellen.
Een Kamermeerderheid wil wel leeftijdgrenzen,
maar is verdeeld over de vraag welke leeftijden moeten gelden. Het CDA wil een genuanceerdere regeling waarbij gekeken wordt
naar de verschillende soorten piercings en wat de medische gevolgen zijn bij verschillende leeftijden. Zo vinden de christendemocraten
een kind van twaalf te jong voor een navelpiercing, ook als de ouders het goed vinden.
Hoogervorst wil verder een vergunningenstelsel
voor tatoeage- en piercingshops in het leven te roepen. Ook schoonheidsspecialisten en juweliers zouden onder die regeling
moeten vallen, tenzij ze alleen gaatjes in oorlellen prikken. Voor semipermanente make-up of het prikken van gaatjes in het
kraakbeen van een oor hebben zij wel een vergunning van de minister nodig. De GGD-en moeten de vergunninghouders controleren
op grond van nog door de minister vast te stellen hygiënerichtlijnen.
De VVD en het CDA zouden liever zien dat
de minister de branche zelf een code laat opstellen. Volgens Hoogervorst leent de branche zich niet voor zelfregulering. Daar
is de organisatiegraad van de sector te laag voor. Slechts 65 procent van de ongeveer vierhonderd tatoeage- en piercingshops
zijn momenteel lid van de Nederlandse Bond voor Tatoeëerders (NBT), hield hij de Kamer voor. Het CDA legt zich daarbij neer.
De PvdA vroeg de minister ook regels op
te stellen voor mensen die tatoeages verwijderen. Hoogervorst vindt dat niet nodig. Beunhazen die schade veroorzaken, zijn
strafbaar omdat ze zich schuldig maken aan mishandeling.
Hieronder Minister Hans Hoogervorst in 2006.
Hij zal geen minister meer zijn in 2007, zie ministersploegfoto
beneden.
Vervolg op bovenstaand bericht: 22 juni
2006
Op
welke leeftijd mag je een piercing of tatoeage nemen?
informatie
: Postbus 51
Het gaat hier om voorgenomen beleid. De ingangsdatum is niet bekend. De inwerkingtreding is afhankelijk
van goedkeuring door de Tweede en de Eerste Kamer en publicatie in het Staatsblad. Tijdstraject: het voorstel tot wijziging
van de Warenwet ligt bij de Tweede Kamer ter behandeling.
Momenteel is er (nog) geen leeftijdsgrens
voor piercing en tatoeages.
Na overleg met de Tweede Kamer op 22
juni 2006 is door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) toegezegd te bezien op welke wijze een leeftijdseis
kan worden gesteld voor het tatoeëren en piercen van jongeren. Dat kan door opneming van een daartoe strekkende bepaling in
de Warenwet. Er is een concept gemaakt voor een nieuw artikel (nr. 24) in de Warenwet. De strekking van het nieuwe artikel
is:
Lees verder bij >>>>>
Vittorio Grigolo / Fuerte
Klik maar aan. ( heb je het vorige lied al gestopt? Dat moet wel eerst gebeuren
hoor)
Lees
verder>>>>>
1-
dat
er onder de twaalf jaar, afgezien van het aanbrengen van een piercing in de oorlel, een absoluut verbod komt op het piercen
en tatoeëren van kinderen;
2-
boven
de zestien zijn kinderen vrij te beslissen over het laten aanbrengen van een tatoeage of piercing;
3-
in
de leeftijd tussen de twaalf en zestien jaar, mag een tatoeage of piercing bij een kind slechts worden aangebracht indien
de ouders daarmee instemmen. Zij moeten daarvan blijk geven door hun kind naar de tatoeage- of piercingshop te vergezellen.
Op dat uitgangspunt kan bij algemene maatregel van bestuur een uitzondering worden gemaakt. Uitgangspunt bij de invulling
van die uitzonderingsgevallen zullen de GGD-richtlijnen zijn. Deze richtlijnen staan ook bekend als de hygiënerichtlijnen
van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV). Het zal daardoor bijvoorbeeld niet zijn toegestaan een piercing in
het geslachtsdeel aan te brengen bij een kind dat jonger is dan zestien jaar.
Intrekking vergunning De wijziging van
de Warenwet maakt het ook mogelijk dat bij algemene maatregel van bestuur zal worden bepaald dat de vergunning van
de ondernemer niet alleen kan worden ingetrokken wanneer hij de hygiëneregels overtreedt, maar ook wanneer hij in strijd met
de leeftijdsbepalingen, zijn diensten aanbiedt aan jeugdigen.
Looptijd van verleende
vergunningen In de lagere regelgeving zal worden vastgesteld dat de vergunningen voor een periode van twee jaar worden
verleend. Na een periode van twee keer twee jaar, zal die termijn worden gesteld op drie jaar. De voorgestelde wijziging leidt
er tevens toe dat schending van de leeftijdsregels als beboetbaar feit wordt opgenomen in het Warenwet besluit bestuurlijke
boeten. Dat heeft tot gevolg dat kleine schendingen, die te licht zijn om met het zware middel van het intrekken van
een vergunning af te doen, toch doeltreffend kunnen worden afgestraft.
Zijn
er hygiënevoorschriften voor het zetten van tatoeages en piercings?
Er zijn hygiënevoorschriften opgesteld door
het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) voor cosmetische tatoeage en permanente make-up. Deze richtlijn is nog
niet wettelijk vastgelegd. De hygiënische voorschriften ten aanzien van het zetten van tatoeages en permanente make-up,
alsmede bij het aanbrengen van een piercing, zullen in de toekomst worden vastgelegd in de Warenwet.
De GGD wordt aangewezen als toezichthouder
op het hygiënisch handelen. De Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) controleert of een tatoeëerder of piercer in het bezit is
van een verplicht GGD-rapport. Zo niet dan volgt een sanctie. Ook als er wel een rapport kan worden overlegd, maar daarin
staat een groot aantal tekortkomingen, kan de VWA sancties opleggen.
Optreden tegen onjuist verwijderen van tatoeages Het
verwijderen van tatoeages staat sinds de uitzending van Tros Radar in de belangstelling. Vooral de vraag bij wie gedupeerden
de schade kunnen verhalen als het verwijderen gezondheidsschade oplevert.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en
de VWA kunnen niet optreden tegen personen die tatoeages verwijderen op grond van de Wet Big, de Warenwet of de Wet op de
medische hulpmiddelen (WMH). Wanneer bij het verwijderen van een tatoeage schade aan de gezondheid ontstaat, valt dit onder
het Wetboek van Strafrecht (mishandeling). Als u schade door het weghalen van een tatoeage hebt ondergaan, kunt
u naar de politie gaan om aangifte te doen van mishandeling of misleiding. Daarnaast kunt u naar de rechter gaan
op grond van wanprestatie of onrechtmatige daad.
Wet Big, Warenwet of WMH De huidige wetgeving
biedt geen mogelijkheid om gemaakte schade door ondeskundig handelen of verkeerd gebruikte apparatuur op te leggen:
Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet Big). Deze wet is van toepassing op het beroepsmatig
verrichten van handelingen die tot doel hebben de gezondheid van een persoon te bevorderen of te bewaken. Het verwijderen
van tatoeages dient geen gezondheidsdoel;
de Warenwet biedt geen basis voor het stellen van eisen aan de ervaring, vaardigheid of opleiding van de tatoeëerder
of piercer. Iedereen mag tatoeëren als hij zich maar houdt aan de eisen die worden gesteld aan de kleurstoffen en aan de in
voorbereiding zijnde hygiënevoorschriften met betrekking tot het aanbrengen van die kleurstoffen. Het stellen van eisen aan
de deskundigheid van degene die zich bezig houdt met het verwijderen van tatoeages hoort niet thuis in de Warenwet;
als er apparatuur wordt gebruikt bij het verwijderen van tatoeages waarvoor die apparatuur niet is bedoeld,
dan is er sprake van oneigenlijk en ondeskundig gebruik. De medische apparatuur valt onder de Wet op de medische hulpmiddelen.
Deze wet stelt kwaliteitseisen aan medische apparatuur maar geen deskundigheidseisen aan de gebruiker van deze apparatuur.
Deze
informatie komt van: Postbus 51, een Kamerbrief uit de 2e kamer in Den Haag en GGD Nederland.
Hierboven de ministersploeg in 2007.
Nieuwe wetgeving per 1 juni 2007
Warenwetbesluit tatoeëren en piercen met ingang
van 1 juni 2007 van kracht
Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Postbus
2200 1000 CE Amsterdam
Tel: 020 555 5415 Fax: 020 555 5671
Hygiënevoorschriften voor tatoeëren en piercen
Achtergrond
De populariteit van tatoeages en piercings is de laatste
jaren in brede groepen van de samenleving toegenomen. In Nederland hebben naar schatting 840.000 personen van 12 jaar
en ouder (6 %) één of meerdere tatoeages en 5,1 miljoen personen van 12 jaar en ouder (37 %) één of meerdere piercings
(C. Stam en W. Schoots, Tatoeages en piercings, een analyse van OBiN-gegevens, Stichting Consument en Veiligheid,
april 2005). Bij tatoeages moet ook worden gedacht aan cosmetische tatoeages. Deze cosmetische tatoeages zijn onder te
verdelen in enerzijds permanente make-up (PMU), zoals het aanbrengen van lipcontouren, eyeliners en wenkbrauwen, en
anderzijds het camoufleren van huidaandoeningen, zoals littekens en hyperpigmentatie. Ook bij postoperatieve reconstructies
speelt tatoeëren een steeds grotere rol. Het tatoeëren van een tepel na een borstreconstructie is een bekende behandeling.
Veiligheid van tatoeagekleurstoffen
In september 2001 heeft de Keuringsdienst van Waren
(KvW) een onderzoek uitgevoerd naar de chemische en microbiologische veiligheid van kleurstoffen die worden gebruikt
in tatoeageshops en schoonheidssalons. Hieruit bleek dat in 18 % van de genomen kleurstofmonsters sprake is van microbiologische
besmetting en eveneens in 18 % van de monsters werden carcinogene aromatische aminen aangetroffen. Deze resultaten
zijn de aanleiding geweest voor de totstandbrenging van het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen. In september 2003 is
dit besluit in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2003, 342). Het besluit stelt eisen aan de microbiologische en chemische
veiligheid van kleurstoffen die gebruikt worden bij het aanbrengen van tatoeages en permanente make-up (PMU). Het onderzoek
van de KvW wees echter ook uit dat de werkwijze (gebrek aan hygiëne) een bepaalde rol speelt in de besmetting van
de kleurstofmonsters. In het advies van de Raad van State over het Warenwetbesluit tatoeagekleurstoffen (advies van 14
juli 2003, nr. W13.03.0152/III) signaleert de Raad dat het besluit zich alleen richt op het verhandelen van de kleurstoffen,
terwijl de werkwijze een bepaalde rol speelt in de besmetting van de kleurstofmonsters. De Raad meent dat hygiënisch werken
zo snel mogelijk gereguleerd moet worden. Hij adviseert daarvoor een wettelijke grondslag te creëren. Het Warenwetbesluit
tatoeagekleurstoffen is destijds in het Regulier Overleg Warenwet (ROW) besproken. Tijdens dit ROW kwam naar voren dat
het belang van hygiënisch werken bij tatoeëren en piercen zeer groot is. Met het van kracht worden van het Warenwetbesluit
tatoeëren en piercen wordt het hygiënisch werken wettelijk geregeld.
Hygiënisch werken bij tatoeëren en piercen
Hygiëne is zowel bij het aanbrengen van tatoeages
als bij het aanbrengen van piercings van groot belang. Onhygiënisch werken brengt zowel bij piercen als tatoeëren
ernstige gevaren voor de volksgezondheid met zich mee (infecties, hepatitis B en C en HIV). Gezien de ernst van de gezondheidseffecten
is preventie noodzakelijk. Ten aanzien van het hygiënisch werken bij het aanbrengen van tatoeages en piercings is
het van belang dat er landelijk overal dezelfde hygiënevoorschriften in acht worden genomen. Tot voor kort werd in een
enkele gemeente (zoals Amsterdam) in een gemeenteverordening bepaald dat ondernemers zich dienden te houden aan de
hygiënevoorschriften vastgesteld door de gemeente (raadsbesluit van 13 mei 1987, nr. 800, Gemeenteblad 1987, afd. 3 volgnr.
55). De GGD hield in die situatie toezicht op de naleving van die voorschriften. De praktijk was dat in de ene gemeente
volgens bepaalde (per gemeente verschillende) hygiënevoorschriften wordt gewerkt terwijl in een andere gemeente dergelijke
voorschriften niet eens bestonden. Met het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen wordt hygiënisch werken in deze branche
landelijk hetzelfde ingevuld.
Kennis over de manier waarop hygiënisch gewerkt
moet worden, is vooral bij GGD’en aanwezig. In de Wet collectieve volksgezondheid is de technische hygiëne omschreven
als een basistaak van gemeenten. Gezien deze kennis heeft de wetgever besloten de GGD een rol te laten spelen bij toezicht
op de naleving van hygiënevoorschriften bij het aanbrengen van tatoeages en piercings.
Hierboven, de tattoo van H.K.H. Koningin Beatrix,
in 2005 gezet door Willem van Tattoo Royale in Den Haag.
Het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen
Op 1 juni 2007 is in Nederland het Warenwetbesluit
tatoeëren en piercen van kracht geworden. Simpelweg komt het erop neer dat iedereen die tatoeëert, permanent make-up
aanbrengt, cosmetische tatoeages aanbrengt, piercet of gaatjes prikt met een piercinginstrument, moet voldoen aan de eisen
uit dit besluit. Het besluit stelt twee eisen:
1. U moet beschikken over een geldige vergunning van
de Minister van VWS (personen die slechts gaatjes prikken in oorlellen zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht).
2. U moet veilig werken. Toelichting bij 1:
U moet beschikken over een geldige vergunning van
de Minister van VWS. Deze vergunning wordt door de GGD, namens de Minister van VWS, afgegeven. Zonder deze vergunning
mag u geen van de bovenstaande werkzaamheden verrichten. U bent zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van deze vergunning.
Aan de vergunningaanvraag zijn kosten verbonden (zie kopje kosten op de volgende pagina). U bent wettelijk verplicht
om binnen twee maanden na het van kracht worden van het besluit bij uw regionale GGD een aanvraag voor een vergunning
in te dienen. De vergunning is twee jaar geldig. U moet dus tijdig (tweejaarlijks) een nieuwe vergunning aanvragen.
Bent u niet in het bezit van een geldige vergunning, dan bent u strafbaar en kan de Voedsel en Warenautoriteit (VWA)
u een sanctie (waarschuwing of boete) opleggen. De GGD’en en de VWA zijn hiervoor een samenwerkingsverband aangegaan.
De vergunning is gebonden aan de ruimte waarin de
activiteiten plaatsvinden. Dat betekent dat een tatoeëerder (ook PMU en cosmetische tatoeage) of een piercer zich
buiten die vestiging niet mag ontplooien, dus ook niet op beurzen, conventies en andere evenementen. Artikel 16, tweede
lid, van de Warenwet, biedt echter de mogelijkheid voor dit soort evenementen een ontheffing te verlenen. Er kan dan ontheffing
van de vergunningverplichting worden verleend, doch de veiligheidsvoorschriften zullen onverkort van toepassing zijn.
Voor beurzen waar door de deelnemers niet volgens de vereiste veiligheidsregels gewerkt zal kunnen worden, zal geen
ontheffing kunnen worden verleend. Bovenstaande houdt tevens in dat indien een tatoeëerder of piercer zijn activiteiten
op meerdere locaties uitvoert, voor elke locatie een vergunning moet worden aangevraagd.
Het is van belang dat u vóór het aanvragen van de
vergunning en de inspectie die daarop volgt, zorgt dat u volledig voldoet aan de eis van veilig werken uit het besluit
(artikel 6 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen).
U wordt geacht te voldoen aan de eis van veilig werken,
als u werkt volgens de hygiënerichtlijnen. Als u aan alle eisen uit de hygiënerichtlijnen voldoet, besluit de GGD
u een vergunning te verlenen. Als u niet aan alle eisen voldoet besluit de GGD u vooralsnog geen vergunning te geven.
U ontvangt dan wel een verbeterlijst. U krijgt dan 2 maanden de tijd om de verbeteringen te realiseren. Afhankelijk van
het soort verbeterpunten zal de GGD opnieuw een inspectie uitvoeren of kunnen de verbeterpunten schriftelijk afgehandeld
worden. Als u na 2 maanden niet in staat bent geweest om alle verbeterpunten op te lossen, zal de GGD u de vergunning
officieel weigeren. Vanaf dat moment bent u in overtreding en dus strafbaar.
Hieronder: permanente make-up oftewel medische pigmentatie.
Wat kunt u nu het beste doen:
- De hygiënerichtlijnen aanvragen bij uw plaatselijke
GGD of downloaden van de website www.ggdkennisnet.nl/lchv onder het kopje tatoeëren en piercen. De hygiënerichtlijnen
zorgvuldig lezen en uw werkzaamheden, apparatuur en bouwkundige zaken zonodig aanpassen.
- Voor 31 juli 2007 een aanvraag voor een vergunning
bij uw plaatselijke GGD indienen. - Zorgen dat u, voordat de inspectie plaatsvindt, aan alle eisen voldoet.
Toelichting bij 2:
Wat onder veilig (hygiënisch) werken wordt verstaan,
is omschreven in artikel 6 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen. In het besluit is verder opgenomen dat een
ondernemer voldoet aan artikel 6 indien hij of zij handelt volgens een door de Minister van VWS aangewezen veiligheidscode.
De vier hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (LCHV) worden door de Minister van VWS aangewezen
als veiligheidscode. Er zijn vier verschillende hygiënerichtlijnen ontwikkeld, namelijk: -voor tatoeëren -voor
het aanbrengen van cosmetische tatoeage of permanente make-up -voor piercen (bodypiercing) -voor het prikken van gaatjes
in oren en neusvleugels Kijk goed welke hygiënerichtlijnen voor u van toepassing is/zijn en voer de werkzaamheden
uit zoals ze in de hygiënerichtlijnen omschreven staan. Voor alle duidelijkheid; het is dus mogelijk dat er meerdere hygiënerichtlijnen
voor u van toepassing zijn. U wordt niet verplicht te werken volgens een aangewezen veiligheidscode. Indien u voor
een eigen werkwijze kiest, moet u wel aan de GGD-inspecteur aannemelijk maken dat u voldoet aan artikel 6 van het besluit.
Kosten van een inspectie
Het uurtarief van de GGD is € 87,18
Soort inspectie Duur Kosten per keer Gaatjes prikken
in oren en neusvleugels met een piercinginstrument 2 uur € 174,36 Cosmetische tatoeage of permanente make-up
3,5 uur € 305,13 Tatoeëren 4 uur € 348,73 Piercen 4 uur € 348,73 Combinatie van bovenstaande
activiteiten 5 uur € 435,91 Herinspectie op basis van het uurtarief: € 87,18 Reiskosten per kwartier of
gedeelte van een kwartier € 21,80
- Jaarlijks worden de tarieven geïndexeerd aan de
hand van de indexatie van de CAO gemeenten - Over de kosten van de inspecties wordt geen BTW doorberekend.
Hieronder een zg. autoclaaf. Dit is een steriliseerapparaat
voor het steriliseren van het instrumentarium van een een tattooartist of piercer.
Deze moet voldoen aan de strenge normen van de GGD.
De getoonde voldoet hieraan.
Het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen is als volgt
opgebouwd:
In Artikel 1 wordt een aantal algemene definities
gegeven. Er staan o.a. definities in van tatoeëren, piercing, piercen en piercingmateriaal. Op grond van de definitie
van het begrip tatoeëren worden cosmetische tatoeages (PMU, het camoufleren van huidaandoeningen en postoperatieve
reconstructies) gezien als een specifieke vorm van tatoeëren.
Artikel 2 is een verbodsartikel. Volgens dit artikel
is het verboden te handelen in strijd met de voorschriften gesteld bij of krachtens artikel 3 van het warenwetbesluit
tatoeëren en piercen.
Artikel 3 stelt normen, waarvan de naleving wordt
afgedwongen door artikel 2. Deze normen hebben betrekking op de wijze waarop en de ruimte waarin de materialen gebruikt
worden. Het betreffen open normen. Hun betekenis wordt ontleend aan de meer specifieke hygiënevoorschriften die, bij ministeriële
regeling worden vastgesteld, geen of onvoldoende bescherming bieden. Het is namelijk niet ondenkbaar dat de specifieke
hygiënevoorschriften van de ministeriële regeling niet alle thans voorstelbare risico’s van het tatoeëren en piercen
bestrijken. Technologische ontwikkelingen kunnen nieuwe risico’s met zich meebrengen, waarin de regeling niet
op voorhand voorziet.. Ook worden nadere regels gesteld, waarbij onder meer kan worden gedacht aan het verbod om tatoeage-en
piercingmaterialen te gebruiken, indien deze niet voorafgaande aan het gebruik zijn gesteriliseerd of als niet wordt voldaan
aan de eisen die worden gesteld en vloeren en wanden. Daarnaast wordt gesteld dat het verboden is om te tatoeëren
en te piercen zonder vergunning. Een uitzondering op de vergunningverplichting is gemaakt voor ondernemers die uitsluitend
gaatjes prikken in de oorlel, b.v. bij de juwelier. Onverlet de vrijstelling van een vergunning, zijn deze ondernemers
echter wel gehouden aan de hygiënevoorschriften zoals opgenomen in de van toepassing zijnde hygiënerichtlijn. Worden
er bij de juwelier ook gaatjes geprikt in het vlakke gedeelte van het kraakbeen van het oor en/of de neusvleugels, dan
geldt ook hier dat het verboden is deze werkzaamheden uit te voeren zonder vergunning.
Artikel 4 Bij of krachtens dit artikel wordt de aanvraag
van de vergunning geregeld. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal zich, alvorens hij ten aanzien van
de vergunning een besluit neemt, zich ervan vergewissen of er een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de ondernemer
niet zal voldoen aan de gestelde voorschriften. De mandatering van de bevoegdheden tot vergunningverlening aan de
GGD’en bewerkstelligt dat de vereiste expertise beschikbaar is om de aanvraag te kunnen beoordelen. Onze Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt, in overeenstemming met Onze minister van Economische Zaken, ten aanzien van
de vergunningaanvraag nadere regels. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op:
a. de geldigheidsduur van de vergunning; b. de
hoogte van de retributie; c. de wijze en de termijn waarop de vergunning wordt aangevraagd; d. de inhoud van de aanvraag;
e. de intrekking van de vergunning; f. de registratie van de vergunning; g. de activiteiten waarvoor de vergunning
wordt verleend;
In Artikel 5 wordt aangegeven dat de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport de bevoegdheid heeft een vergunning in te trekken indien een ondernemer zich niet
aan de wettelijke verplichtingen of aan de vergunningvoorwaarden houdt. In het laatste geval kan bijvoorbeeld gedacht
worden aan de situatie dat een ondernemer de hygiëneregels overtreedt, maar ook wanneer hij in strijd met de leeftijdsbepalingen,
zijn diensten aanbiedt aan jeugdigen.
In Artikel 6 wordt een uitzondering gemaakt indien
tatoeagematerialen door een arts worden gebruikt in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen
toegelaten instelling. Deze bepaling maakt het mogelijk dat artsen in ziekenhuizen tatoeagematerialen kunnen gebruiken
zonder dat daarvoor een vergunning is vereist. De hygiënevoorschriften blijven wel onverkort van kracht. In de praktijk
begeven tatoeëerders zich op incidentele basis naar een ziekenhuis om bijvoorbeeld in het kader van een postoperatieve
reconstructie een tatoeage aan te brengen. In dit geval is een vergunning wel verplicht, omdat het niet om een arts gaat,
maar om een tatoeëerder die met zijn eigen materialen en kleurstoffen werkt.
Artikel 7 vermeldt een overgangsbepaling na inwerkingtreding
van het besluit. Bij de inwerkingtreding van het besluit is er rekening mee gehouden dat bestaande ondernemers zich
moeten kunnen voorbereiden op de nieuwe regels. Dit artikel zorgt ervoor dat ondernemers die tijdig na inwerkingtreding
van dit besluit, een aanvraag indienen, hun bedrijf kunnen continueren gedurende de tijd dat de aanvraag in behandeling
is. Het brengt met zich mee dat, indien de vergunning door de minister wordt geweigerd, de ondernemer zijn activiteiten
moet staken. Een mogelijkheid tegen de weigering ingediend bezwaar heeft namelijk geen schorsende werking (artikel:
16 Algemene wet bestuursrecht). Ook hier geldt overigens dat de ondernemer, ook al hoeven zijn op grond van deze overgangsbepaling
nog niet over een vergunning te beschikken, uiteraard wel de hygiënevoorschriften in acht moeten nemen.
Artikel 8 Aan overtreders van warenwettelijke voorschriften
wordt in de regel een bestuurlijke boete opgelegd, als vastgesteld in het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten. In
artikel 8 wordt de hoogte van de boete vastgelegd.
Leeftijdgrenzen
Afgezien van het aanbrengen van een piercing in de
oorlel, is het verboden om een piercing of tatoeage aan te brengen bij kinderen onder de twaalf jaar. Boven de zestien
zijn kinderen vrij te beslissen over het laten aanbrengen van een tatoeage of piercing. In de leeftijd tussen twaalf en
zestien jaar, mag een tatoeage of piercing bij een kind slechts worden aangebracht indien de ouders daarmee instemmen.
Zij moeten daarvan blijk geven door hun kind naar de tatoeage-of piercingshop te vergezellen. Uitzonderingen hierop
staan in artikel 10 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen. In de leeftijd tussen de 12 en 16 jaar mag:
1. bij meisjes geen tepelpiercing worden aangebracht.
2. geen genitale piercing worden aangebracht. 3. geen tatoeage worden aangebracht op het hoofd, de hals, de polsen
of handen. Het is de verantwoordelijkheid van de ondernemer om deze leeftijdgrenzen in acht te nemen. Bij het
niet voldoen kan dit namelijk intrekking van de vergunning tot gevolg hebben.
Inspecties door de VWA ( Voedsel en Waren Autoriteit
)
Na het van kracht worden van het Warenwetbesluit tatoeëren
en piercen zal de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) dit besluit handhaven. Dit betekent dat controleurs en productdeskundigen
van de VWA tatoeageshops, piercingstudio’s, schoonheidssalons en juweliers inspecteren. Tijdens een inspectie wordt
gekeken of de ondernemer beschikt over een geldige vergunning (met uitzondering van de ondernemers die alleen de oorlellen
piercen).
Indien er overtredingen geconstateerd worden, neemt
de VWA ( Voedsel en Waren Autoriteit ) volgens standaard procedures maatregelen.
Conform het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten kan dit voor elke geconstateerde overtreding o.a. resulteren in een boetebedrag
van respectievelijk: € 450 voor bedrijven met 50 of minder medewerkers en € 900 voor bedrijven met meer
dan 50 werknemers. Wanneer een overtreding geconstateerd is, volgt na enige tijd een herinspectie.
LCHV, juni 2007 ( Landelijk Centrum Hygiëne
en Veiligheid)
Plannen om te gaan Piercen of Tatoeeren?
Aanvraagformulier ten behoeve van een vergunning op grond van artikel 3 van het Warenwetbesluit tatoeëren
en piercen.
Naam + voorletters ondernemer (indien natuurlijk persoon):----------------------------------------------------------------------------------------m/v
Geboortedatum ondernemer:---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Geboorteplaats
ondernemer:----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
of Naam onderneming (indien rechtspersoon):---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Vestigingsplaats
onderneming: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Rechtsvorm
onderneming: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Inschrijfnummer
Kamer van Koophandel: -------------------------------------------------------------------------------------------------------------
(uittreksel Kamer van Koophandel toevoegen)
Naam studio of winkel1:----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Bezoekadres
:----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Postcode
+ woonplaats: ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Telefoonnummer:------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- e-mailadres
contactpersoon: ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Mobiel
telefoonnummer contactpersoon:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Postadres
(indien afwijkend van bezoekadres):--------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Postcode
+ woonplaats van postadres (indien afwijkend van bezoekadres): --------------------------------------------------------------------------
Wilt u hieronder aangeven welke van de onderstaande werkzaamheden door u of onder uw verantwoordelijkheid
worden uitgevoerd: ß Tatoeëren met behulp van een tatoeagemachine; ß Permanent make-up of cosmetische tatoeage aanbrengen
met behulp van een pigmenteerpen; ß Piercen met behulp van een naald; ß Oor-of neusgaatjes aanbrengen met behulp van
een piercinginstrument;
Voorwaarden verbonden aan vergunningaanvraag
-De ondernemer doet onverwijld melding van wijziging van de verstrekte gegevens aan de vergunningverlenende
GGD. -De ondernemer verklaart dit formulier naar waarheid te hebben ingevuld.
Naam aanvrager:-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Datum: --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Plaats:---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Handtekening:-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Het aanvraagformulier sturen aan de GGD in uw regio (kijk hiervoor op www.ggd.nl)
Noot: Voor elke vestiging moet een apart aanvraagformulier worden ingevuld.
|